Wel zal er moeten worden aangetoond dat het letsel ontstaan is door het verkeersongeval. Vaak is het verband tussen het letsel en het verkeersongeval direct duidelijk, bijvoorbeeld wanneer er kneuzingen, botbreuken of andere wonden zijn. Dit type letsel kan doorgaans vrij snel (schriftelijk) worden vastgelegd door ambulancepersoneel, de huisarts of artsen in het ziekenhuis. Bij andere minder duidelijke klachten die verband houden met het ongeval is het belangrijk om zo snel mogelijk contact met een (huis) arts op te nemen.
In de praktijk betekent dit dat fietsers vaak recht hebben op de vergoeding van (ten minste) 50% van de letselschade die u heeft opgelopen door het ongeval. Kinderen jonger dan 14 jaar hebben zelfs recht op de volledige 100% vergoeding van geleden letselschade.
De beheerder van de weg; de Gemeente of Provincie is verantwoordelijk voor goed onderhoud. Indien u dus (letsel)schade oploopt door bijvoorbeeld een gat in de weg, losse tegels of putdeksels kan de beheerder van de weg aansprakelijk gesteld worden.